Iets uitgebreider uitgelegd hoe en waarom zo te ademen.

Ademen door de neus brengt vele voordelen. Buiten dat de lucht die we inademen gefilterd, verwarmt en bevochtigd wordt, zorgt de inademing door de neus er voor dat we dieper ademen dan wanneer we door de mond inademen. Je kunt een test voor jezelf doen. Leg één hand op de buik en de andere hand op je borst. Adem dan een keer in door je mond en zie welke hand het meeste beweegt en adem dan een keer in door de neus en check welke hand het meeste beweegt. De adem door de neus vertraagt ook onze ademstroom en zorgt ervoor dat we niet te veel inademen.

Adem licht, zonder geluid. Leg dan nog eens één hand op de buik en de andere hand op je borst. Adem nu in door de neus maar haal echt de lucht, zuig het in. Dan zal je zien dat het lichaam weer de neiging heeft om de borst en, afhankelijk van spanningen, de buik te laten bewegen . Dit is een inademing waar we meer volume nademen dan we nodig hebben. Het lichaam kan 2 tot 3x meer volume inademen dan het in rust nodig heeft. Je adem begint dan geluid te maken en voelt niet meer als een lichte adem.

De inademing ontstaat niet omdat wij lucht naar binnen zuigen! De inademing ontstaat omdat de ademspieren de borstholte vergroten. De druk in de longen wordt dan lager dan de druk om je heen (in je omgeving, buiten je lichaam) en daarom stroomt de lucht uit de omgeving naar de longen. De inademing komt dan vanzelf door het activeren van de ademspieren en dit doet het lichaam automatisch. We activeren niet de lage adem (bedoel je diepe ademhaling of buikademhaling?)door de adem te forceren maar door het te laten gebeuren. Door de lucht vanzelf te laten komen (niet halen) kan er een natuurlijke moeiteloze lage adem ontstaan.

De uitademing komt daarna vanzelf door de ademspieren te ontspannen. Als we de spieren in één keer loslaten is onze adem heel snel en kort (maakt vaak geluid). Het lichaam krijgt dan weinig tijd voor de gasuitwisseling in de longen ( het bloed neemt O2 (zuurstof) op en geeftCO2 (koolzuur) af). Tijdens de uitademing gaat de meeste O2 naar het bloed. Laat de ademspieren daarom langzaam los. Daarmee ademen we iets langzamer uit dan dat we inademen. Belangrijk is dat de uitademing moeiteloos en licht is.

De uitademing laten we door lopen naar een adempauze. Dit is niet de adem geforceerd vast houden maar een natuurlijke pauze na de uitademing. Als de uitademing eindigt loopt deze door naar een moment van geen adem, dit is de natuurlijke adempauze. Deze pauze (stilte) houd je zolang het goed voelt en wanneer het zich aandient dan laat je de inademing gebeuren,. De adempauze zorgt voor een mooie balans in het bloed tussen O2 en CO2. Hierdoor ontstaat er een goede uitwisseling van O2 met onder andere je spieren, cellen en organen.